Column Verkeersprestatie door Elisabeth Post, Voorzitter TLN
“De weg speelt de hoofdrol in het Nederlandse goederenvervoer. Maar partijen in het wegtransport zien kansen in de modal shift. We moeten daarbij alleen wel in álle modaliteiten investeren, voor zowel goederen- als personenvervoer, als we niet willen dat Nederland vastloopt.
1,71 miljard ton goederen vervoerden we in 2018 vanuit, naar en binnen Nederland, liet het CBS deze zomer weten. Ruim 44 procent ging per vrachtauto, tegenover ruim 18 procent voor de binnenvaart. Het spoor blijft steken op 2,2 procent. Daar valt zeker wat te schuiven. Waar ik de modal shift niet zo snel zie gebeuren in personenvervoer, lijkt dat bij goederenvervoer anders, omdat beslissingen daar meer op rationele basis genomen worden. Velen prijzen en verwachten daar dan ook een modal shift: de verplaatsing van goederenstromen van weg naar water, spoor en buisleidingen. Daar zijn wij, als sector van (weg)transport en logistiek, helemaal niet tegen. Sterker nog, veel TLN-leden juichen een modal shift toe en zien er kansen in.
Modal optimum is het doel
Maar die verschuiving is geen doel op zich, wat mij betreft. Bij veel goederenstromen is die verplaatsing zelfs helemaal niet mogelijk. Denk aan de winkeldistributie: ooit een supermarkt gezien met een eigen railterminal? Of een warenhuis met haven? En nee, een verandering van de vervoerswijze is niet altijd beter voor het milieu. De vrachtwagens van nu zijn een stuk minder vervuilend dan een binnenvaartschip. Het doel is wat mij betreft een modal optimum: de optimale balans tussen de vervoerswijzen. Optimaal op drie punten: bereikbaarheid, duurzaamheid en efficiëntie. Om dat doel te bereiken is inderdaad eerst een modal shift nodig.
Kansen in verschuiving
De leden van Transport en Logistiek Nederland, met naast traditionele transportbedrijven ook logistiek dienstverleners en expediteurs, zijn dienstverleners die willen dat goederen zo efficiënt mogelijk op de plaats van bestemming komen. Daarbij denken ze verder dan alleen de weg. Veel TLN-leden vestigen zich in de buurt van spoor- en binnenvaartterminals. Want zij weten: voor vervoer per trein of schip blijft voor- en natransport per vrachtwagen nodig. En in een aantal gevallen starten zij eigen terminals aan water of spoor. Zo zijn er TLN-leden betrokken bij het opzetten van CoolRail, dat drie keer per week een trein tussen Valencia en Rotterdam laat rijden. Sinaasappels uit Spanje hierheen, diepvriespatat op de terugweg.
Grenzen aan onze infrastructuur
In alle gevallen, óók wanneer we het modal optimum gevonden hebben, lopen we tegen de grenzen van onze infrastructuur aan. Tot 2030 blijft het goederenvervoer groeien met tussen de 4 en 19 procent, becijferden wij samen met de andere partijen in de Mobiliteitsalliantie. En het personenvervoer, dat diezelfde weg en datzelfde spoor gebruikt, met 13 tot 20 procent. Dat kun je deels opvangen door slimmer om te gaan met je laadruimte, of door ecocombi’s in te zetten: langere en zwaardere vrachtwagens, die 20 tot 50 procent meer lading kunnen meenemen dan reguliere vrachtwagens.
Maar wat we ook verzinnen en hoe slim we het ook inrichten: er blijven flinke investeringen in infrastructuur nodig. Op grote knelpunten op de snelwegen, maar ook op het spoor. Als wij willen dat Nederland niet vastloopt, moeten we nu investeren in alle modaliteiten. Voor zowel goederen als personen. Als wij niet willen dat Nederland vastloopt, moeten we echt flink aan de bak.”
Elisabeth Post, voorzitter van Transport en Logistiek Nederland (TLN)