De betekenis van de Betuweroute
In 2007 opende Koningin Beatrix de Betuweroute. Het grootste Nederlandse infrastructurele project sinds de bouw van de Deltawerken. Tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar ligt een snelle, veilige spoor verbinding met het Europese achterland, exclusief voor het goederenverkeer. De 172 kilometer lange Betuweroute is daarmee de slagader van het Nederlandse goederentransport per trein.
Veilig en duurzaam alternatief
Nederland is het enige Europese land dat een dedicated spoorlijn heeft voor goederenvervoer. Met name voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is dit een veilige oplossing, omdat de Betuweroute geen steden doorkruist en geen gelijkvloerse overwegen kent. Maar ook voor de efficiëntie van alle vervoer is de Betuweroute pure winst, gezien het relatief drukke gemengde net, waar zowel personen- als goederentreinen rijden. Bovendien, alle vervoer dat niet over de weg gaat, maar via het spoor, draagt niet bij aan filevorming en vindt duurzaam plaats. Het economisch en maatschappelijk belang van de Betuweroute is dan ook groot.
Havenspoorlijn
De Betuweroute kan onderverdeeld worden in de Havenspoorlijn in Rotterdam en het A15-tracé. Ruim 10% van alle goederen van en naar de Rotterdamse haven wordt per spoor vervoerd. De ambitie is om dit aandeel te verhogen tot tenminste 20% en een goede spoorontsluiting is daarbij van belang. Om die reden wordt geïnvesteerd om een aantal nog bestaande fysieke knelpunten weg te nemen, zoals de Calandbrug bij Rozenburg die vervangen wordt door het Theeemswegtracé en de aanleg van het 3e spoor in Duitsland tussen Emmerich en Oberhausen.
Prognoses
Sinds de opening van de Betuweroute groeide het gebruik jaarlijks met circa 5.000 treinen. Met als hoogtepunt 2014, toen meer dan 25.000 goederentreinen gebruik maakten van de route. Deze groei vond plaats ondanks de economische crisis. In verband met de aanleg van het 3e spoor is in 2015, 2016 en 2018 sprake van een lichte terugval, maar de prognoses voor de lange termijn zijn nog steeds goed. Zodra het 3e spoor in Duitsland gereed is, biedt de Betuweroute ruimte voor verdere groei. De theoretische capaciteit van de Betuweroute wordt voor 2030 geschat op 48.000 treinen (twee richtingen opgeteld). Prognoses geven aan dat voor 2030 het gebruik zal liggen op 33.500 treinen. In de schatting is reeds rekening gehouden met een daling van het aantal kolentreinen in verband met de energietransitie. Uit deze prognoses blijkt nog eens te meer dat de Betuweroute onmisbaar voor het Nederlandse spoornetwerk en daarmee ook voor de logistiek, de veiligheid en het milieu.
Schoolvoorbeeld
De wijze waarop de bouw van Betuweroute tot stand is gekomen geldt nog altijd als schoolvoorbeeld van publiek projectmanagement. Door te zorgen dat aan alle randvoorwaarden in het projectgebied werd voldaan kon de aanleg relatief soepel verlopen. Ook heeft de aanleg van de Betuweroute bijgedragen aan de ontwikkeling van de boortechniek van tunnels in het Nederlandse polderlandschap met relatief slappe bodem. Mede door die kennis kon de Amsterdamse Noord/Zuidlijn worden aangelegd, evenals de Westerscheldetunnel, de Hubertustunnel in Den Haag en inmiddels vele andere boortunnels in Nederland.

Bron: ProRail